Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De kinderen van Babel en alle Chaldeen, [52]Pekod, en Soa, en Koa, [en] alle kinderen van Assur met hen; gewenste jongelingen, die allen vorsten en overheden zijn, hoofdmannen en vermaarde [lieden], die allen te paard rijden. 52. Dit zijn namen van landen of omstreken, behorende onder Babel, en welker inwoners in het krijgsheir van de Babyloniers mede gebruikt zijn tegen Juda en Jeruzalem; vergelijk wijders Jer.50;21, met de aantekening. Sommigen houden het voor namen van vorsten of krijgsoversten.